Onderwerp: MUZIEK
31 Januari 2008
Carnaval begint dit jaar boven de rivieren
Door Richard van de Crommert met foto's (l en r) van Gerry Hurkmans
Pas komend weekeinde is het carnaval, maar boven de rivieren (in Amsterdam, Haarlem, Alkmaar en Enschede) leek het afgelopen week al begonnen met de theatershows In De Ban Van Bannink van het Haarlemse symfonie-orkest Holland Symfonia. Vooral als liedjes van Ja Zuster Nee Zuster, Het Schaep Met De Vijf Pooten en het Fanfarelied in gang werden gezet had het publiek de neiging tot inhaken.
De show In De Ban Van Bannink is een prachtig, maar ook vrolijk, eerbetoon geworden voor de Nederlandse componist Harry Bannink van vier zangers plus het honderdveertig man tellende Holland Symfonia. Loes Luca, Nynke Laverman, Frans van Deursen en Henny Vrienten zongen een greep uit het meer dan drieduizend liedjes tellende repertoire van Bannink die erg bekend werd door zijn samenwerking met Annie M.G. Schmidt. Met het symfonie-orkest was de b ¼hne al volledig gevuld. Voor de vier zangers restten er slechts een paar stoelen en twee banken. Goed genoeg om enkele stoelendansen mee op te voeren. Loes Luca steelt de show. Iedereen houdt van haar. Zij is zo ontwapenend. Alle lachers krijgt ze met gemak op haar hand. De nonchalance waarmee ze de microfoon tussen haar borsten stopt, is even geweldig als veelzeggend. Geestig was bovendien het lied van Nico Meijer met zijn twee maitresses. Door Laverman en Luca wordt Henny Vrienten als een paspop behandelt en dat was zeer komisch om te zien.
Maar ook aan het serieuze werk werd gedacht met onder andere het gevoelige ‘Vluchten Kan Niet Meer’, heel mooi gedaan door Nynke Laverman. Voor Laverman was ‘In De Ban van Bannink’ een eenmalig uitstapje. „Eigenlijk ken ik Harry Bannink vooral als geitebreier in De Film Van Ome Willem”, lacht Laverman. „Maar ik heb de afgelopen maanden een stoomcursus gehad. Bijna alle drieduizend liedjes die hij heeft geschreven, heb ik samen met Henny, Frans en Loes beluisterd. Van ’t Schaep Met De Vijf Pooten tot De Stratemaker Op Zee-show. Van veel wist ik niet dat het van hem was. Het werk van Ja Zuster Nee Zuster kende ik wel. Van de Kleinkunstacademie. Het zijn liedjes met mooie teksten waar je theatraal iets mee kunt.”
Zelf staat de gebruikelijk in het Fries zingende Laverman aan de vooravond van een mogelijke internationale doorbraak. Haar tweede album ‘De Maisfrou’ wordt volgende maand in verschillende Europese landen uitgebracht. „Mijn ambitie ligt in het buitenland”, legt Nynke uit. „Buiten Friesland verstaat niemand me. Dat maakt niet uit, het is geen blokkade om mij en mijn muziek leuk te vinden. Met muziek kom je op een ander niveau binnen. Ik ben benieuwd in welke landen het zal worden opgepikt. In Italië ben ik al geweest. Op een festival in dichtbij Venetië. Dat was prachtig. Ik stond op een heuvel, bij een landhuis met uitzicht over een vallei.”
Fado wil de Friezin haar muziek niet meer noemen. „Zo is het wel begonnen, maar het is ondertussen doorontwikkeld tot mijn eigen stijl”, zegt de in de binnenstad van Franeker wonende zangeres. „Tegenwoordig zitten er ook veel Latijns-Amerikaanse invloeden in mijn muziek. Op mijn vijftiende hoorde ik voor het eerst ze voor het eerst van de inmiddels wereldberoemde Portugese zangeres Dulce Pontes. Maar de Portugese taal is de mijne niet. Dat komt niet geloofwaardig over, al denken nog steeds veel mensen dat ik Portugees zing. Met mijn ouders spreek ik alleen Fries. Dat staat emotioneel het dichtste bij me. Altijd zal ik Fries blijven zingen. Fries is een poëtische taal. En het stroomt wat meer dan het Nederlands. Op tienjarige leeftijd was ik al bezig met het voordragen van gedichten en met schrijven. En met zingen was ik ook vroeg bezig. Op mijn zeventiende, ik ben nu zevenentwintig, kreeg ik van mijn ouders een bandje, waarin je hoort dat ik op 2,5-jarige leeftijd aan het zingen was. Toen al kon ik erg genieten van applaus.”
En applaus was er meer dan voldoende voor de artiesten van ‘In De Ban Van Bannink’ Vooral aan het eind wist het publiek van geen ophouden. Even dacht ik zelfs dat Loes Luca, het na het prachtige vertolkte ‘Het Is Over, Hij Doet Me Niets Meer’, het wel heel erg gezellig zou maken en na elke toegift weer terug zou komen met opnieuw een reprise. Het publiek was er klaar voor. Maar na twee toegiften was het gedaan. Jammer eigenlijk. “Want Harry had dat vast ook heel leuk gevonden”, hoorde ik een paar bezoekers na afloop zeggen.
Al met al een geweldig onderhoudende avond. Het is jammer dat de voorstelling maar vier keer werd opgevoerd. Of beter: raar, zoals Loes Luca zei. “Voor de mensen van het symfonie-orkest is het heel normaal om een voorstelling maar een paar keer te doen, maar ik kan er maar moeilijk aan wennen. Het is raar. Heel raar.” En dat is het.
Holland Symfonia - website